Update 66: traject Australie - Thailand

Locatie: Phuket Island, Thailand
Datum: 1 Januari 2008

We vertrekken uit Darwin met een beetje hoop op wind. We zijn namelijk laat in het seizoen en de normaal staande zuidoostelijke wind is al aan het minderen. Dag na dag houden we het weer in de gaten, maar veel langer wachten moeten we ook niet. Hoe langer we wachten, hoe meer kans we krijgen op windstil weer iets dat je met een zeilboot liever niet hebt. We weten dat diesel in Indonesie goedkoper is maar besluiten toch maar de tank te vullen met belastingvrije diesel in Darwin. Achteraf blijkt dat een goede beslissing te zijn. Bij ons vertrek is er een beetje wind en de weersverwachting geeft een indicatie van wind aan. Helaas blijkt de wens om wind en de interpretatie van de weerkaart in werkelijkheid anders te zijn. We ervaren voor het eerst sinds ons zeilers bestaan dat we de motor hard , echt hard nodig hebben. We moeten het hele stuk naar Indonesie op de motor varen. Op een gegeven moment lijkt het een beetje te waaien, we zetten de motor maar als na een half uurtje blijkt dat de wind draait ( op de kop) met de snelheid en koers van de boot mee, besluiten we de motor weer aan te doen. Maar dat lukt niet?! Hoe kan dit nu? We hebben zoiets al eerder bij de hand gehad en toen bleek het een kontaktje te zijn in het contactslot, maar dat is allemaal goed. Nu blijkt dat de startaccu's geen vermogen meer geven. Gelukkig hebben we een noodvoorziening op de boot waardoor we dan kunnen overschakelen naar de lichtaccu's, die we nog in Brisbane vervangen hebben en dus nog prima zijn. Lastig is het wel. Uiteindelijk arriveren we na vijf dagen op de motor varen in Indonesie. Een voordeel, dit windstille weer levert mooie zonsondergangen op.



In Indonesie ankeren we bij een klein eilandje, Roti, en overnachten we daar. De volgende dag gaan we gelijk verder, we vertrekken op de motor varend ,maar na een paar uurtjes kunnen we zowaar zeilen. Nu we wind hebben besluiten we maar gelijk door te zeilen en door te gaan naar de Komodo eilanden. Op de Komodo eilanden komen we weer in kontakt met ander dierenleven. De aapjes lopen op het strand en we bezoeken samen met een parkranger een paar locaties waar we de Komodovaraan kunnen zien. Ze noemen die trouwens in het engels en Indonesisch Komodo dragon en het lijken inderdaad erg prehistorische dieren. Ze zijn destijds door de Hollanders ontdekt, waarschijnlijk geen prettige ervaring.



Daarna vertrekken we voor een kort tochtje nar de westkust van Flores en blijven daar drie dagen. We kopen weer eens lekker tropisch fruit, proberen ons verstaanbaar te maken maar verder dan Pasar (markt) en teramikasi (dank je wel) komen we niet echt ver. Lastig als je wilt praten. We proberen hier met accuzuur en accuwater nog de accu’s weer aan de praat te krijgen maar dan mag niet baten en we moeten de accu’s vervangen, wat gelukkig hier mogelijk is. … De Komodogroep eilanden is erg fraai en we ankeren daar nog op een paar plekken. We genieten van het strand, het snorkelen maar komen erg weinig andere cruisers tegen. Weken lang trekken we alleen rond. We bezoeken wat dorpjes en helaas is dit voor Chris niet zo’n leuke ervaring omdat ze hem steeds in de wang willen knijpen en opmerkingen maken dat hij bij hun moet blijven. En dat pikt zelfs een vijf jaar oud kind op en waar hij anders altijd zo open was naar andere mensen, nu wordt hij Mr. Shy en kruipt als het ware terug in zijn schulp. Ook het feit dat ze niet in God geloven maakt hem erg veel zorgen. Het waarom is niet van de lucht. De meeste zijn namelijk moslims en we merken dat ze erg veel minder respect hebben voor de natuur en andere mensen..helaas.

We besluiten speelgoed van Chris weg te geven en vragen hem met ons door zijn speelgoeddoos heen te gaan om hem te laten kiezen wat er weg kan. We nemen dit mee naar een dorpje en proberen dit weg te geven. Helaas is ons idee om uit te delen zodat wij bepalen wie wat krijgt een niet werkbaar idee. Zodra ze in de gaten hebben wat er in de tas zit graaien ze er als wilden in en voor we het weten is alles weg. Sommigen hebben niets en kijken verongelijkt, zo van..ja maar ik dan? Helaas op is op. We vinden vaak de houding van de mensen een beetje te materialistisch. Natuurlijk hebben we het ook goed in vergelijking met hun, maar ze proberen alles van je te krijgen.. en tja we zijn helaas geen drijvende supermarkt.

Bali is veel toeristischer en dat is even een verandering. We besluiten een eilandtoer te doen en verbazen ons over de vele afgodsbeelden en tempels die hier zijn. We bezoeken een batikbedrijf, een zilversmid , een houtsnijbedrijfje, een schilderatelier en wat ons hier opvalt is dat de gedetailleerdheid van het werk erg hoog is. We zien ook de rijstvelden, die erg mooi zijn, een vulkaan een koffiebranderij en gaan naar een kaap waar een tempel opstaat. Je kunt op Bali niet om de hindu tempels heen, op elke 20 meter afstand vindt je in ieder geval beelden van de diverse goden en de rijkdom van de tempels is schrijnend in vergelijking met de armoede in andere delen van Indonesie.

Na Bali zeilen we noordwaarts, ankeren we eerst nog bij een eilandje waar een grote waterglijbaan voor toeristen is gemaakt. Als alle toeristen weg zijn vragen we of Chris er eens af mag. Tegen betaling van wat roepia’s mag dat, maar de eerste dag wil Chris niet. Gelukkig blijven we nog een paar dagen en durft hij het aan, maar dan wel op papa’s schoot.

     


Dan zetten we onze koers richting Kalimantan (Borneo). We varen bij nacht de Kumai rivier op, (onze eerste nachtaankomst sinds ons vertrek in Juni 2003) en ankeren vlak achter de riviermond. De volgende dag verder richting Kumai, de plaats die gebruikt wordt als uitvalsbasis om de oerang oetangs te bezoeken. Zo ook voor ons. We boeken een Telok, een houten boot die ons op een tweedaagse toch meeneemt in de moerasjungle van Kalimantan. Het zijn twee heerlijke dagen. Nu hoeven we eens niet zelf te navigeren en vermaken we ons op de telok. Al snel zien we de eerste mama aap met kleintje in de bomen. We bezoeken verschillende centra waar op de oerangoetangs gelet wordt, nadat ze bijvoorbeeld uit gevangenschap weer in de natuur worden terug gezet. Het bezoekerscentrum is erg interessant en biedt uiteraard veel waardevolle informatie. Op bepaalde tijden worden de oerang oetangs gevoerd en dat zijn de tijden waarop wij er dan ook zijn. De tweede dag is erg regenachtig en daar schijnen de dieren niet van te houden (niet alleen de dieren) en ze laten zich niet zo erg zien. Chris vindt het wel erg leuk, maar blijft toch op veilige afstand van deze apen en in de veiligheid van zijn ouders. Het is een unieke ervaring en we zijn erg blij dat we dit hebben mogen zien.



Vanuit Kumai zetten we onze koers richting Singapore, we varen op met drie andere boten waarvan er twee sneller zijn en een, blijft steeds in de buurt, gezellig. In deze tijd van het jaar en in dit gebied van de wereld zijn onweersbuien een veel voorkomend fenomeen. Gedurende de nacht komt er inderdaad zo’n onweersbui over ons heen. De wind valt nog mee, dus we vieren de schoot van de lichtweergenua zodat er niet te veel kracht op komt te staan. Opeens horen we een knal. Arjen is gelijk uit bed en we zoeken waar de knal vandaan komt. Deze blijkt te komen doordat het voorstag los hangt. We strijken de zeilen in de stromende regen en starten de motor om verder te varen. Gelukkig kwam de wind van achter zodat de rest van de stagen heel blijft en de masten blijven staan. We besluiten uit te wijken naar de dichts bijzijnde ankerplek en daar verder te kijken. Als Arjen daar de mast in klimt blijkt dat de terminal (bevestigingsboot) van het voorstag gebroken is. Helaas hebben we daar geen reserve van aan boord zodat we het voorstag laten zakken, opbinden langs de reling en met onze babystag als voorstag verder varen. We merken dit wel, want het is veel trager zeilen, maar we komen er wel. Een aantal dagen later dan verwacht komen we in Singapore aan waar we sinds twee jaar weer eens aan een steiger met stroom en stromend water liggen.

In Singapore leggen we contact met Harun, een Indonesische man die ook in Brisbane op bijbelschool heeft gezeten. We gaan naar zijn kerk, worden uitgenodigd voor gebedsbijeenkomsten en zijn gezin komt ons bezoeken op de Bouskoura. We hebben een prima tijd samen. Natuurlijk moet ook het voorstag in Singapore gerepareerd worden en hebben we nieuwe ventilatoren nodig voor de motorruimte, en nog vele andere dingen…. Singapore is qua welvaart een groot contrast met Indonesie, dat slechts 20 kilometer verder ligt. De Singapore Strait is het drukst bevaren vaarwater ter wereld en als we het oversteken is het oppassen geblazen omdat de olieschepen, containerschepen , en andere schepen als het ware als op een drukke vierbaansweg elkaar passeren en behoorlijk hard varen, vooral als je dit vergelijkt met de snelheid van een zeiljacht.

Na 10 dagen Singapore vertrekken we naar Maleisië. In dit deel van Indonesie, Maleisie en Singapore is het water niet helder en nodigt niet uit tot zwemmen, ondanks dat het erg heet is. Vele marina’s hebben gelukkig zwembaden en het liggen in de marina is vaak de enige mogelijkheid om een bepaalde plaats aan te doen.Voordeel van de marina’s is dat Chris sneller zijn vriendjes ontmoet en van de ene op de andere dag zonder drijvers wil zwemmen. Gaaf. Hij duikt onder water, komt boven en merkt dat wanneer hij zijn armen gebruikt hij sneller kan zwemmen. Nu allen nog leren hoofd boven water te houden en met zijn benen en armen samen te zwemmen. Maar dit is een grote stap vooruit.

We bezoeken de plaats Melakka waar de Hollanders een grote invloed hebben gehad tijdens de VOC tijd, nu is het een plaats waar vele culturen zijn samen gevloeid.

     
     


In Noord Maleisie laten we werk voor de boot doen en op een ander eiland gaat de boot uit het water en werken we er hard aan om alles weer netjes te krijgen. We schilderen de zijdekken en het dak van de achterkajuit wit, en merken dat dit aanzienlijk scheelt in de temperatuur binnen en kunnen nu zelfs in de zon op het dek lopen, iets dat eerder met het beige dek niet mogelijk was. Na een week hard werken is alles weer gedaan en vertrekken we naar Telaga waar we samen met vrienden en hun kinderen genieten van het prachtige natuurschoon van de seven wells waterfalls. Je kunt hier van de rotsen afglijden en dan lekker in een poeltje met koud stomend water terecht komen. Erg leuk en Chris en zijn vrienden Jamie en Natasja vinden het geweldig en genieten van elke minuut.

        


Na een heerlijke dag in Telaga vertrekken we de volgende dag naar Thailand.Na een paar stops op een paar mooie eilandjes, zoals de Phi Phi elanden, komen we aan op Phuket eiland, klaren daar in en zoeken een tandarts en zoeken uit hoe we er moeten komen. Hij gaat voortvarend te werk en stuurt Marry naar het ziekenhuis voor een rontgenfoto van het hel gebit. Arjen is snel klaar, met een paar nieuwe vullingen en twee kronen. Marry heeft helaas meer werk en er worden zelfs wortelkanaalbehandelingen overgedaan. Al met al kost dit veel tijd en vertrekken we niet meer uit Phuket voor het bezoek van mooie eilandjes. Zeilen in Thailand schijnt erg mooi te zijn, maar er moeten tenslotte keuzes gemaakt worden.

     


We vieren kerstfeest in de Hope of Phuket Church en ervaren een ouderwets kerstgevoel met thaise engelen en kaarsjes en het zingen van kerstliederen. We worden door de kerk opgenomen en er wordt ons gevraagd om diverse keren te vertellen wat God nu in ons leven betekend en hoe we Hem hebben leren kennen. Arjen preekt zelfs in de kerk. We voelen beide dat God ons hier naar toe heeft gebracht en dat alle contacten die we opdoen niet voor niets zijn. We danken God voor alle mogelijkheden die Hij ons geeft om te vertellen over de bijzondere liefde die Hij voor ons heeft.

Oud en nieuw vieren we met zijn drietjes, Chris is bijna niet wakker te krijgen na een dag op het strand met Nederlands sprekende vriendjes, maar we genieten van het mooie vuurwerk en vooral van de hete lucht lantaarns , waarvan er honderden door de wind meegevoerd worden richting het westen…

En dat is de richting die wij ook over een week of twee zullen gaan, richting Sri Lanka (nog niet zeker of we daar en stop maken) Maladiven, Oman en de Rode Zee. We hebben besloten de boot te verkopen in Frankrijk en onderzoeken nu de mogelijkheden om terug te keren naar Nederland. We hopen jullie dus allemaal weer te zien in Nederland en zijn dan zo’n vijf jaar onderweg geweest. Vijf bijzondere jaren, voor ons drietjes bepalend voor ons verdere leven…..hoe dat er uit gaat zien weten we nog niet maar we vertrouwen op de leiding van God.

We zullen maar zeggen , tot gauw ziens!