Update 22
locatie: Faja de aqua, Brava, Kaap Verden
Dinsdag 16 december 2003
Als we s’morgens wakker worden in Faja de Aqua overleggen we nog even met
onze buren van de Emma (Alex en Remy) van de Emma over hoe we naar het
plaatsje Nova Sintra kunnen gaan. De jongens vertellen dat er ook een wandel
route is naar Nossa Senhora de Monte. Vandaar kun je met de aluguer verder
naar Vila Nova Sintra. De jongens zijn niet zelf zo geweest maar het
schijnt 50 minuten lopen te zijn. We hebben wel zin in een wandeling en met
Chris in de rugdrager lopen we door onze baai in Faja naar de droogstaande
rivier. Faja is echt een van de meest mooie baaien. Grote obelisken rijzen
uit de oceaan omhoog waar water zijn best doet om de obelisken te eroderen.
Ruig spoelt het water er omheen. In de baai is het diep. Bergen rijzen er
stijl uit op. Echter net voor de kant is er een klein plateau met ongeveer 6
to 10 meter diep water waar je goed kunt ankeren. In de baai is het groen en
er staan overal palmbomen op de steile berghellingen. Als we de
rivierbedding betreden zien we de Bouskoura aan zijn 2 voorankers dobberen
in deze prachtige baai. Naast ons ligt de Emma (Een Jeanneau Rush van
ongeveer 9 meter) aan een voor en een hekanker.
De rivierbedding gaat meteen stijl omhoog en het is direct aanpoten geblazen
als we omhoog klauteren, Het riviertje deelt twee bergruggen in twee en in
de verte zien we alleen de toppen van de berg. Het is hier voor Kaap
Verdiaanse begrippen ontzettend groen. Ons vorige eiland Santiago zou het
mooiste eiland zijn. Wij komen echter tot de conclusie dat Brava er met kop
en schouders boven uit steekt. Het probleem van Brava is dat er geen of
slechte verbindingen zijn. Er komen weinig toeristen. Op het vliegveldje dat
vlakbij ligt gebeurt helemaal niets omdat piloten met deze wind er niet
durven landen. De wind is 90 % van de tijd zoals die nu is: Noord oost. Er
komt of gaat dus zelden een vliegtuigje weg. Ferry verbindingen zijn er zeer
slecht. Het is al eens voorgekomen dat een Amerikaanse toerist die, om van
het eiland af te komen een zeiljacht moest charteren om er weer vandaan te
komen. Nu zijn wij er met ons eigen jacht dus voor ons maakt het niet uit.
Wij komen tot de conclusie dat we Brava het mooiste eiland vinden met de
meest vriendelijke mensen van de Kaap Verden.
De tocht omhoog vergt heel wat zweetdruppeltjes. Hoewel we het idee hebben
in een oase te lopen gaat het wel stijl omhoog. We hebben plezier van onze
rugdrager want Chris kan heerlijk om zich heen kijken en begrijpt niet dat
zijn pappa en mamma het zo warm hebben. Halverwege komen de palmbomen en
bananenbomen opeens in terrasvorm voor en lopen we langs een levada-achtig
pad omhoog en komen in een nederzetting aan. Communicatie gaat niet
eenvoudig want men spreekt creools maar men is erg aardig. Ze begrijpen waar
wij naar toe willen. Nadat ze ons de weg verder wijzen krijgen we nog een
trosje bananen mee voor onderweg.
Na een uur of drie zwoegen zijn we boven en zien in de verte de Bouskoura
liggen.. Het blauwe water gaat over in blauwe lucht in de heiige horizon.
Het pad is nu niet zo stijl meer en na verloop van tijd komen we in Nossa
Senhora de Monte aan. Een omaatje die wij de weg vragen zou ons graag binnen
uitnodigen voor een kopje thee. Omdat we echter nog naar Vila Nova Sintra
willen en ook nog voor het donker weer terug willen zijn gaan we echter
verder. We pikken een Aluguer op en gaan richting Vila Nova Sintra. De
aluguers zijn hier niet zo luxe als in Santiago. Het zijn gewoon Toyota
pickup trucs met twee houten langsbankjes achter in. Baby’s mogen volgens de
verordeningen niet voorin. Schijnbaar is het in de Kaap Verden veiliger om
in een open laadbak achter in te zitten in de buitenlucht. Het is niet
minder gezellig want iedereen die mee wil stapt gewoon in. Alles op dit
eiland is wel duurder dan in Santiago. Waarschijnlijk omdat je hier op een
echt eiland zit met slechte aanvoermogelijkheden.
Vila Nova Sintra ligt hoog in de bergen en hier zou alles te koop moeten
zijn. Internetfaciliteiten zijn er in de hoofdstad van Brava echter niet. Voor de terugweg willen de aluguer bestuurders de hoofdprijs hebben omdat
het voor hun een eenmalige rit terug is naar Faja. Frans Jan zijn
onderhandelingstechnieken laten ons op 40 % bij een andere aluguer uitkomen.
Na terug te zijn gehobbeld naar Faja willen we graag uit eten. In de
plaatselijke semi kroeg is dat echter niet zo eenvoudig. Er is na veel
overleg een ding mogelijk. Tonijn met rijst en friet. Dat vinden we prima.
Een van de plaatselijke dames gaat eerst inkopen doen terwijl wij rustig
wachten. Chris speelt ondertussen met de kinderen uit Faja. De kinderen
willen Chris allemaal aanraken (net zo als veel volwassenen) omdat hij zo
wit is. Chris vindt alles leuk en heeft het uitstekend naar zijn zin. De
visser die het lokaas voor ons geregeld en aan ons verkocht heeft geven we
een presentje en specialiteit uit Nederland. Een flesje Jenever. Volgens de
visser komt het overeen met hun Grok die ze zelf stoken. Het valt echter
goed in de smaak.
Ook kopen we nog een halve tonijn die we zolang in de koelkast van de kroeg
mogen bewaren. Het eten smaakt ons uitstekend. Waarschijnlijk hebben we nu
een gedeelte van de andere kant van onze tonijn op want een van de vissers
had deze tonijn die dag gevangen.
De volgende morgen kopen we bij de plaatselijke “winkel” nog wat laatste
zaken voor onze oceaan oversteek. Van onze Franse buren krijgen we nog
vislijn en een ander stuk super aas. Onze vislijn brak iedere keer. (Dat
terwijl onze visexpert (Marco Bos) onze lijn toch speciaal had uitgezocht en
voor vissen is van 100 kg of zo).
Om 13.15 verlaten we Brava en de Bouskoura heeft er zin in. Met ruime wind
lopen we af en toe 8 knopen. Dat het vistuig werkt blijkt na 3 uur . Binnen
een uur vangen we 1 dorade en 1 tonijn.
Wordt vervolgd……………