Update 26


5 Januari 2004
Verslag van opstapper Frans Jan

Ik ben niet de eerste opstapper aan boord van de Bouskoura, en misschien ook wel niet de laatste. De eerste vraag is altijd; hoe kom je bij elkaar? In ons geval ging dat heel soepel, we kwamen elkaar onderweg tegen. Op Madeira lagen de Fortuna, de boot waar ik tot dan toe op meevoer, en de Bouskoura naast elkaar op anker. Van het een kwam het ander en na een avond op de Bouskoura was het al zo goed als zeker dat ik mee zou varen tijdens de grote Atlantische oversteek. Het tweede punt is dan; waar en wanneer spreek je met elkaar af? Dit is niet altijd gemakkelijk. Omdat je afhankelijk bent van verschillende factoren, boot 1 moet ergens arriveren waar boot 2 dan ook binnen afzienbare tijd kan zijn. Maar ook dit bleek geen enkel probleem op te leveren. De Fortuna ging de Kaapverdische eilanden aandoen evenals de Bouskoura. Een ontmoeting op Santiago, het grootste eiland van de archipel, was geregeld. En rond eind november lagen de twee boten naast elkaar in de verder bijna lege ankerbaai voor de hoofdstad Praia.

Zo kwam ik dus aan boord van de Bouskoura en leerde snel Arjen, Marry en Chris kennen. De Fortuna-crew komt op de koffie voordat ze vertrekken voor hun oversteek richting St. Maarten. Op een boot gaan dingen vaak sneller dan op de wal en ik word dan ook meteen opgenomen in de dingen die aan de hand zijn en het gezinsleven. De stad in om in te klaren en later om weer uit te klaren, boodschappen doen, Arjen is bezig met de schroefasdynamo en krijgt dat voor elkaar. Eerst is het even wennen, met Chris op je rug door een stad struinen. Maar ook dit went snel. Een baby aan boord kost veel tijd, en dingen als luiers verschonen horen er bij. (Gelukkig is dit geen klus voor de opstapper…)

Nadat de technische klussen af zijn kunnen we het eiland gaan verkennen. We zien onder andere de prachtige ankerbaai van Tarrafal, verder in het noorden en besluiten daar later heen te varen. Sinterklaas komt nog langs in Praia, we nemen een chocoladeletter bij de koffie en denken met weemoed aan de koude decemberavonden in Nederland. Daarna gaan we vertrekken naar Tarrafal, een zeiltocht die op een dag te doen is. Het wordt een mooie tocht, de Bouskoura zeilt lekker aan de wind en s’avonds gooien we het anker uit in de prachtige baai waar verder nog 1 zeiljacht ligt. Hier houden we het wel een poosje uit denken we. Zeker als later de Vasco ook arriveert waardoor we uiteindelijk een week blijven. Nu beginnen toch de kriebels te komen. Ook de Vasco gaat vertrekken naar de overkant. Wij moeten toch ook eens gaan. Maar het lijkt ons leuk om eerst nog Brava aan te doen, het meest westelijke eilandje van de Kaapverden, het einde van de wereld. Dit blijkt een goede keus te zijn, het is een prachtig eiland, heel anders dan Santiago, de mensen zijn er vriendelijker en socialer dan je ergens anders tegenkomt. We bekijken ook hier het binnenland door een vermoeiende maar prachtige wandeltocht langs de rivier omhoog de berg op te maken. We spreken de locale vissers die erg vriendelijk zijn en ons, zo zal later blijken, perfect visaas verkopen. De laatste avond in Faja d’Agua eten we bij Johnny. Zijn vrouw maakt de onvermijdelijke tonijn klaar. Een lekker afscheidsmaal.

De volgende dag maken we ons rustig klaar voor vertrek. Er moet nog veel gebeuren voordat uiteindelijk het anker op gaat. Nu gaat het echt gebeuren, we gaan voor minstens twee, misschien wel drie of vier weken de oceaan op. Hoe zullen we het vinden? Wat voor weer gaan we krijgen? Bij vertrek staat er een noordoostenwind, kracht 4. De passaat. We hopen en denken die te blijven houden tot de overkant. De Bouskoura loopt snel met alleen een uitgeboomde genua, zo’n 7 knopen. Zo halen we de overkant wel voor Oud&Nieuw.

vis schoonmaken      vis vangen

Eenmaal onderweg popelen we om het nieuwe visaas, een soort vliegend visje met twee venijnige haken, uit te proberen. Wat schetst onze verbazing als we na een paar uur al onze eerste dorade (officiële naam is dolphin, maar dat is nogal verwarrend, we eten geen dolfijn) en daarna ook een tonijn vangen. Beide vissen zijn rond de 70 cm, na ze schoongemaakt te hebben ligt er voor dagen vis in de vriezer. Een mooi begin van deze oceaanoversteek! Helaas blijft het niet lang zulk prachtig weer. De tweede dag begint de wind al af te nemen. We motoren een stuk. Ook dag drie motoren we wat. De wind zal pas terugkomen na kerst, maar dat wisten we gelukkig toen nog niet. Tot die tijd blijft het bij soms een briesje, vooral s’nachts. De motor gaat na een aantal dagen al niet meer aan, we kunnen niet de hele oceaan over motoren. We vermaken ons ondertussen met vissen. Ze blijken vooral te bijten als de boot snelheid heeft. Toch vangen we nog een aantal dorade’s, waarvan de grootste rond de meter lang is. Een mooi spektakel om deze binnen te halen, soms springen ze uit het water tot ze moegestreden aan dek hun laatste stuiptrekkingen doen. We verliezen er nog een en ook een Barracuda die aan de haak zat weet zich nog net op tijd los te spartelen terug naar de vrijheid. Jammer, deze prachtige vis hadden we ook graag eens culinair onderzocht. Als de vissen aan boord zijn is het zaak ze snel af te maken met het grote superscherpe survivalmes en ze daarna schoon te maken. Hiermee ben je al snel een uurtje zoet. Kop en staart eraf, ingewanden eruit, in moten hakken en fileren. Die dorade’s hebben een ontzettend sterke huid om niet te spreken van de dikke huid van een tonijn. Maar het resultaat is dan dat er weer voor 2 of 3 dagen vers vlees in de koeling ligt. Bovendien is het op allerlei manieren lekker klaar te maken. We eten dorade uit de pan, met uitjes en knoflook, of in de ovenschotel met groenten en aardappel. Tonijn los, tonijn door de pasta, tonijn in de rijst, pizza al tonno. U vraagt, wij draaien. Zo eten we de eerste 12 dagen verse vis, vanaf dan zou het om onverklaarbare redenen afgelopen zijn met de wonderbare visvangst. Het wachtsysteem bevalt ons allemaal goed. Tijdens mijn wacht vermaak ik me met het ontdekken van de sterrenhemel. Er staat een afnemende maan die later helemaal verdwenen is, dit maakt de sterren nog beter zichtbaar. Met behulp van een boekje identificeer ik sterrenbeelden. De Grote en Kleine Beer rechts van ons, het Zuiderkruis links. Orion komt bijna recht over en vele andere sterrenbeelden. Mars staat ook aan de hemel en later Jupiter en Saturnus. Na twee weken komt de maan weer terug en verdwijnen de sterren voor het oog. Dit is ook wel prettig, de nachten zijn niet meer zo donker en je kan zonder zaklamp de zeilen zien.

Het weer heeft zich ondertussen verder ontwikkeld. Er ligt een groot koufront boven de oceaan waarvan het staartje ons bereikt. Dit zorgt voor een bewolkte dag en een nacht met onweer en regen. Dit blijkt van korte duur en het klaart al snel op. Op Oudejaarsdag is de wind weer terug. Ik bel met familie en vrienden via de satelliettelefoon om ze een gelukkig nieuwjaar te wensen. S’middags neem ik een van de drie biertjes om dit feit te vieren. Volgens de weerkaartjes moet de passaat gaan waaien en dat blijkt wederom te kloppen. Wat een goed gevoel om de boot weer voortgang te horen maken, de boeggolf te horen bruisen en de wind om je hoofd te voelen. Na bijna twee weken van licht weer (geen wind tot windkracht 2), is het nu vaart maken naar de overkant. De Bouskoura vaart weer, de zeilen staan bol, Barbados here we come!
Zoals we nu varen, en de weersvooruitzichten zijn goed, zijn we binnen een aantal dagen in de Carieb. Zouden we op 4 januari aankomen, zoals ik voorspeld had? We beginnen al te rekenen om niet s’nachts aan te komen bij dit onbekende eiland. Daarom minderen we de laatste twee dagen zeil, we lopen te hard.
douchen      lezen

Na 18 dagen varen zien we op 4 januari de lichten van het eiland Barbados. Nog een paar uur varen en we kunnen weer voet aan vaste wal zetten. Het was een mooie oversteek zonder veel problemen. Een paar kleine technische mankementen, dat hoort erbij. En het weer zat niet helemaal mee, we hadden niet bepaald de ‘milk-run’, een snelle oversteek met passaatwinden. Maar we hadden ook geen storm, wind uit de verkeerde hoek of stuurproblemen. De windstiltes vond ik vervelend. Zitten op een boot midden op de oceaan en geen meter opschieten frustreert mij. Wat dat betreft was het soms een goede les in geduld. De afleiding komt dan van het vangen van vis, het luisteren naar muziek of het lezen van een boek.
De Bouskoura ligt in het Caribisch gebied. Ik ben benieuwd hoelang jullie hier gaan blijven, waarschijnlijk langer dan verwacht, het leven is hier goed. IK had in elk geval een prettige eerste Atlantische oversteek en een goede ervaring voor ooit een oversteek op mijn eigen boot…