Update 27: Verschillen van de Caribische eilanden


13 januari 2004
Locatie: Man of War Bay, Tobago

Man of warbay tobago   Op pad

Ik ben nu aan het typen op de laptop en bedenk dat onze vriendin Marja alweer een jaartje ouder is geworden. Gefeliciteerd en nog vele jaren. Maar dat even buiten het echte verslag om. De Caribische eilanden blijken erg verschillend te zijn. In Barbados genieten we elke dag van zon, ook wel eens een bui, het mooie fijne witte zandstrand en de muziek van de boatyard club. Dat is trouwens wel erg bijzonder. Bij de boatyard club mag je met je bijbootje aan de speciaal daarvoor aangelegde steiger afmeren, douchen, water halen en van de strandfaciliteiten gebruik maken en wat kost het je…noppes, nada… Dat is nog eens een warm welkom na een oceaanoversteek. En je krijgt er de hele dag nog muziek bij ook. Zelfs s nachts gaat de party door. We hebben er een leuke tijd, op zondag de dag van aankomst wordt er toevallig een beachborrel georganiseerd en we ontmoeten weer veel bekende zeilers. Een erg goed gevoel geeft dat. Het blijkt dat we niet de enige zijn geweest met windstilte. Maar we hebben in verhoudingen tot andere boten wel weer veel vis gevangen.
Barbados is een plaats voor de luxe vakantieganger, vooral Engelsen en Amerikanen komen hier per cruiseschip aan, besteden hier een paar uurtjes om wat highlights van het eiland te zien, of taxfree inkopen te doen en vertrekken dan in de avond weer op hun drijvende en varende hotel. Elke dag liggen er weer nieuwe cruiseschepen in de commerciële haven en elke avond zien wij ze weer vertrekken vanaf onze ankerplek in Carlisle bay.
De dag na aankomst gaan we Bridgetown verkennen en halen onze e-mail op. Onze mailbox zit voor 100 procent vol, dus dat wordt veel gekopieer. Verder hebben wij onderweg nogal wat updates gemaakt en die moeten ook verzonden worden. Het resultaat, anderhalf uur in het internet café en veel geld kwijt, want het is hier duur. De supermarkt kent ook behoorlijke prijzen, maar we zijn blij dat we weer vers fruit en verse groenten kunnen krijgen. Tenslotte eten we thuis ook!
Op dinsdag laten we onze was doen. De opdracht, wassen en drogen wordt maar voor de helft uitgevoerd zodat we met twee vuilniszakken nat wasgoed naar de boot teruggaan. We spannen maar extra lijnen en hangen alle lakens en ander wasgoed uit. Maar niet alles kan erop. Al met al lijkt de Bouskoura met de wapperende lakens wel op een reclame van een of ander waspoeder. Maar de volgende dag tegen de middag is alles kurkdroog, en dat ondanks een paar buitjes tussendoor.
Onze waterpomp van de motor had op de oversteek weer problemen gegeven zodat Arjen ook hier weer op zoek gaat naar een draaierij om het probleem op te lossen. Hij weet dankzij Glenroy een tweedehands pomp van een zelfde motor te bemachtigen. Nadat hij Marry, Chris en Frans Jan voor een verplicht middagje strand bij de boatyard heeft afgezet gaat hij aan de slag en we zijn aan het eind van de middag erg blij als de waterpomp werkt en zonder speling op de as. Joepie, dat scheelt een hoop ellende. Het was toch altijd een vraag, wanneer we de motor starten, is alles wel goed. Nu is die zorg een stuk minder. Wel hebben we in de pilot (een boek met informatie over havens, ankerplaatsen en faciliteiten) gelezen dat in Trinidad elk reserve onderdeel voor elke motor te krijgen is dus daar zullen we nog op zoek gaan naar eventuele nodige reserve onderdelen. Maar daar komen we waarschijnlijk pas in de zomer.

Charlotteville We hebben een goede tijd in Barbados, gezellige contacten met de Finale en de Malinda, veel strand en rustig aan doen. Maar ook met de bus een ritje over het eiland maken en dat is wel erg leuk. Van origine wordt door de Bajans in het levensonderhoud voorzien door de suikerrietteelt. Dat is terug te vinden in de huizen, plantages en de historie van het eiland. Het is wel een eiland waar je heel snel schijnt te verdwalen. Overal lopen weggetjes, kleine zijstraatjes etc. De buschauffeur rijdt speciaal voor ons een stukje om, (om de baby), om ons af te zetten bij de Harrisson cave. Het is een mooi tochtje en we wandelen een stukje. Onderweg komen we een jongen tegen die bij de toegangsweg naar de grot kokosnoten verkoopt aan dorstige bezoekers, Dorstig ja, want hij kapt hem open, zet er een rietje in en drinken maar, die kokosnootmelk. Wij praten even met hem en vragen of hij ook broodvruchten heeft. Ja zegt hij, die hangt hier ook en hij wijst er een aan in de boom. Wij zeggen hem gedag en gaan richting de grot We willen eigenlijk wel de grot zien, omdat deze ontstaan is uit koraal maar de toegangsprijs is zo schrikbarend hoog dat we daar maar van af zien. We lopen terug naar onze vriend en vragen of we een broodvrucht van hem kunnen kopen. Hij klimt de boom in met een mes en kapt er een voor ons. Een rijpe. Verser kan het niet. Uit het steeltje loopt nog een soort nectarachtige vloeistof. Ik krijg het op mijn hand en hij adviseert me om mijn handen te wassen omdat het behalve dat het plakkerig aanvoelt, ook een irritatie kan geven. Verder geeft hij advies hoe we de broodvrucht moeten klaarmaken. Schillen, het harde midden (soort klokhuis) er uit halen en ongeveer 10-15 minuten koken. We maken nog een praatje met hem, komen er achter dat hij Chris heet en dat hij Barbados geweldig vindt en er wil blijven wonen en werken. Een leuk gesprek. Als we weg willen gaan krijgen we nog een tropisch buitje toe dus schuilen we nog maar even bij hem. We nemen de bus terug naar Bridgetown. Die bus is trouwens erg leuk, je hebt heel snel contact met de lokale bevolking en het is een hele ervaring. Onderweg stopt de bus en koopt de chauffeur een flesje drinken of een bord eten. Terwijl wij achterblijven in de bus, gaat hij in de schaduw lekker zitten eten.
Frans Jan wordt ‘s middags afgezet door andere zeilers Mike en Dawn op de Bouskoura omdat hij een ander deel van Barbados heeft verkend. We praten later nog met deze mensen en zij hebben weer goede ideeën waar we een hoop mee kunnen. Wat ontmoet je toch interessante mensen onderweg. Ze hebben het ook over de duikspots in de baai en we besluiten de volgende dag maar te gaan snorkelen.
Het snorkelen is erg de moeite waard. Er liggen een paar wrakken en er zwemmen veel vissen rond. Hier hoef je niet voor te gaan duiken. Vanaf de waterlijn met duikbril en zwemvliezen is alles goed te zien. Af en toe een hoekduikje om iets dichterbij te komen. Het leuke is dat de vissen achter je aan zwemmen. Erg mooi en gaaf om de verschillende kleuren van de trekkersvis, papegaaivissen en andere vissen waarvan wij de naam niet kennen, te zien. Ook zijn er vissen met een hele lange puntige snoet, lijkt wel een soort zwaardvisje. Maar zwemmen en snorkelen maakt hongerig en ‘s avonds wordt de broodvrucht klaargemaakt. De smaak, we weten het eerst niet, maar lokaliseren we als de smaak van aardappel. Erg voedzaam en heel apart. We hebben er zoveel van dat we ruim de helft overhouden. Dat is dus lekker om op te bakken. Na een week Barbados trekken we het anker uit de grond en vertrekken we richting Tobago. Een mooi zeiltochtje van ruim 100 mijl dus we vertrekken vroeg in de middag zodat we de volgende dag rond het ochtendgloren aan zullen komen, denken we. Het pakt iets anders uit. De Bouskoura loopt prima, 5 a 6 knopen, soms zelfs 7, maar ‘s nachts krijgen we te maken met een sterke tegenstroom rond Tobago. En dat klopt ook zien we later op de kaart. Uiteindelijk liggen we rond kwart over twee weer achter onze ankerketting in een hele mooie groene omgeving met heel veel andere boten. We zien pelikanen en papagaaien vliegen. De baai hier heel Man of War Bay en het stukje waar wij liggen wordt bestempeld als Pirates Bay. Toepasselijk, met al die bootjes. We pompen de bijboot op, doen de hoezen over de zeilen en gaan naar de kant. Frans Jan gaat hier van boord en we nemen na een week of zes afscheid van elkaar. We wensen hem een goede reis toe. Het in en uitklaren gaat perfect. Wat wel leuk is, er is hier geen bank maar je moet wel betalen voor het inklaren. Gelukkig kunnen we van Ronald en Bea van de Vijla wat lenen en beloven we ze de volgende dag het geld terug te geven. Om het geld te halen moet je namelijk met de bus zo’n anderhalf uur rijden, naar Scarborough, de hoofdstad van het eiland. Dat doen we dus op dinsdag en het is een goed bestede dag. Alhoewel er de hele dag tropische regenbuien vallen hebben we een prima tijd, halen we geld op en kopen wat fruit op de markt. We ontmoeten geweldige mensen. Marry krijgt zelfs het aanbod, als Arjen het fototoestel nog even haalt, om contact op te nemen met Sinidan, een distributeur van drogisterijartikelen uit Trinidad. Hij biedt aan om ons dan een dag rond te rijden. Geweldig, dat soort mensen. We genieten erg van die hartelijkheid en gastvrijheid. Een veelgehoorde uitdrukking hier is: he man en ze maken dan vuisten en doen de knokkels tegen elkaar. Gaaf hoor, die lokale gebruiken. En…niemand heeft haast.
In Scarborough praten we ook nog met een paar hele enthousiaste mensen. We genieten daar zo erg van. De meeste kontakten worden gelegd doordat ze reageren op Chris. Wat dat betreft is het erg leuk om met een klein kind te reizen. Veel mensen vinden hem leuk en hij maakt zelf ook makkelijk contact. Meestal lacht hij, is hij nieuwsgierig en gedraagt zich voorbeeldig. Maar vaak ook blinkt hij uit in ondeugendheid. Leuk maar soms wel eens lastig. We gaan na een paar uurtjes weer terug, doen nog wat boodschapjes, en gelukkig is het hier weer gewoon betaalbaar. We kopen weer lekker verse vis en koken een lekker maaltje. Wat we hier nog willen doen is als het niet meer zo hard regent het tropisch regenwoud verkennen (Chris mag dan bij Ted van de Vijla spelen) en misschien nog wat andere baaien verkennen. Veel mensen hier op Tobago zeggen dat het hier mooier is dan in Trinidad dus we moeten het er hier maar van nemen. Hoelang we hier blijven…zolang we zin hebben……