Update 40: Zeebenen voor een landrot
Locatie: Trinidad
10 oktober 2004
Geschreven door: Will Bos
‘Hello World! Hello World! Halleluja!’
Mm… Is dit een oproep tot de zondagsdienst door de dominee? Welnee! Het is de plaatselijke babbelbox via de marifoon. Dé plek in de
ether waar diverse boten, door middel van het noemen van de naam van de boot
van de oproeper en die van de opgeroepene, met elkaar communiceren.
Gezellig! Iedereen kan meeluisteren. Maar je kunt ook, lekker knus, direct
apart. Mm…
Het is een drukte van belang op kanaal 68. Men treft er elkaar voor een
praatje, voor informatie, voor het zoeken naar iets broodnodigs, het liefst
tweedehands, of om actie te ondernemen om de getroffen boten van de orkaan
Ivan op Grenada te helpen. Hulp blijkt daar hard nodig. Er is letterlijk
niets meer… En die hulp wordt dan ook volop aangeboden. In geld, goederen of
handen. Er wordt emotioneel gereageerd door zowel hulpbehoevenden als
hulpgevenden. De yachtingwereld blijkt, ondanks wereldwijd, een kleine
wereld. Iedereen kent iedereen. Ons kent ons. Maar ik ken(de) niemand… Tijdens mijn verblijf van twee weken op de Bouskoura, als gast van Arjen,
Marry en, niet te vergeten, Chris, is de saamhorigheid onder diegenen die
per boot de wereld rond reizen één van de dingen die mij enorm is
bijgebleven. Maar dat is uiteraard niet het enige…
Na een voorspoedige reis, kom ik op dinsdag 28 september aan. Het is een
prettige ervaring dat de bemanning van de Bouskoura mij al op het vliegveld
verwelkomt. Mijn eerste kennismaking met Trinidad is meteen een goeie: een
patatje bij Kentucky Fried Chicken! De KFC’s zijn hier zo’n beetje op elke
straathoek te vinden. Maar geen nood! De rest van mijn verblijf heb ik
supergezond gegeten: én ontbijt, én lunch, én diner! Er wordt hier goed voor
je gezorgd! (Hulde aan Arjen en Marry!)
De hoofdstad van Trinidad, Port of Spain, is druk en sfeervol maar niet
bijzonder mooi. De mensen echter maken het mooi: blank en zwart, toeristen
en locals, rappers en rasta’s; er is van alles wat.
De eerste paar dagen aan boord van de Bouskoura, die in Chaguaramas is
geankerd naast een heleboel andere boten, heb ik nodig om te acclimatiseren.
De overgang van alles naar niets (doen), nou ja…, is enorm! Maar al op de
tweede dag worden we uitgenodigd voor een barbecue met een aantal
‘bevriende’ boten. En leer ik meteen nieuwe mensen kennen waaronder
vriendelijke Engelsen en alleraardigste Zweden.
Mijn eerste weekend in de Carib varen we naar Chacachacare, een voormalig
lepra-eiland vlakbij Trinidad. In tegenstelling tot Chaguaramas is de rust
hier enorm: we hebben een baaitje geheel tot onze beschikking en maken daar
dankbaar gebruik van (lekker zwemmen!). Het eiland wordt uiteraard ook
bezocht. Maar veel is er niet over van de bebouwing waarin lepralijders en
hun verzorgenden huisden: de natuur in de vorm van bomen, struiken en
planten heeft grotendeels bezit genomen van de gebouwen. Maar juist dat
heeft wel wat! Ook dieren hebben hier het rijk alleen. Prachtige, kleurrijke
vlinders en dito vogels. Er zijn echter ook grote, zwarte, gierachtige
vogels. Deze doen wat luguber aan. Zij zitten in groepen, wachtend op… Ja,
op wat eigenlijk? Heeft u Hitchcock’s ’The Birds’ gezien? Dat idee dus.
Brrr…
Dan maak ik kennis met Jesse James. Hij is een joviale vent die ‘dingen
regelt’. Als eigenaar van Members Only, stelt hij je in staat leuke tripjes
te maken naar bijzondere plekken op Trinidad. Op dinsdag neem hij ons in
zijn maxitaxi (een busje) mee naar het Asa Wright Nature Center en naar
Caroni Swamp.
Het AWNC is een prachtig stuk natuur midden in het regenwoud. Vanaf de
veranda van een oud koloniaans huis wordt ons al een blik gegund op het
natuurschoon. Maar we gaan er ook nog dwars door heen… Er wordt een keur aan
bijzondere bloemen (met illustere namen als Powder Puffs en Hot Lips),
planten en bomen voorgeschoteld. Naast deze flora is ook het nodige aan
fauna te bewonderen. Vogels in alle soorten, maten en kleuren vliegen af en
aan. Een waar paradijs voor vogelaars… Maar ook voor ons! Na een uitstekende
lunch in het prachtige huis, zoeken we op eigen gelegenheid de waterval nog
even op alvorens we vertrekken naar het moeras.
Ook de boottocht door Caroni Swamp is adembenemend. Door het tijdstip laat
in de middag is het licht dat door de mangrove-bomen op het water schijnt
sprookjesachtig mooi. We zien ook hier bijzondere flora en fauna, waaronder
slangen. Maar het bijzonderst zijn toch wel de ibissen; de witte maar vooral
de rode! Als er tientallen neerstrijken op een klein groen eilandje in het
moeras, kijkt iedereen zijn ogen uit en houdt men de adem in…
p donderdag gaan we met Jesse naar the Pitch Lake. Geen mooi maar wel een
zeer bijzonder natuurverschijnsel. Want als u dacht, net als ik, dat asfalt
’gewoon’ uit een fabriek komt… Mis! Het komt uit Trinidad! The Pitch Lake is
een ’meer’ dat bestaat uit asfalt. Door de eeuwen heen door de natuur
gevormd. En dat asfalt wordt afgegraven en over de hele wereld geëxporteerd.
Deze dag is het bijzonder warm! En dat wordt nog versterkt doordat niet
alleen de zon volop op ons bolletje brandt maar wij op het, zwarte, asfalt
lopen waardoor we ook via onze voetjes worden verwarmd!
We bezoeken deze dag ook nog een natuurpark dat Pointe-A-Pierre Wild Fowl
heet. Maar, mede doordat het aangelegd is, het maakt minder indruk dan wat
we eerder al aan oorspronkelijk natuurschoon hebben gezien. Mijn tweede weekend brengen we ook door bij Chacachacare. De rust daar is
ons goed bevallen! En het weer is nu beter: waar het de vorige maal regende,
schijnt nu volop de zon. En een bezoekje aan het eiland, waarbij we nu in
een andere baai liggen, voert ons nu onder andere naar een piepklein
strandje. Omdat we echter ook het strandje geheel voor onszelf hebben, is
het groot zat!
Zondagmiddag varen we (zeilen we!) terug naar Chaguaramas. En dan begint het
mijmeren. Want… over twee dagen ga ik terug naar Nederland… Ondanks dat de vriendschap met Arjen en Marry al meer dan twintig jaar
bestaat en we al eerder met elkaar vakanties doorbrachten, zijn we niet
eerder zo lang, zo intensief met elkaar opgetrokken. Iets dat nog versterkt
wordt door de aanwezigheid van Chris. Maar ik mag wel zeggen dat ik er een
vriendje bij heb…
De tijd op de Bouskoura is voorbijgevlogen. Hoewel ik toe moet geven dat ik
enorm moest wennen. Aan drie mensen dicht om mij heen en aan het leven aan
boord van een schip (de keren dat ik mijn hoofd heb gestoten zijn
ontelbaar!). Maar juist het feit dat ik drie fantastische mensen zo dicht om
mij heen had, heeft mijn tijd in (of is het op… of misschien zelfs naast…)
Trinidad nog waardevoller gemaakt. Dank, dank, dank!>br>
O ja, die zeebenen voor een landrot… Hoe zit het daarmee? Het mag duidelijk
zijn dat ik die landrot ben… En die zeebenen? Die heb ik niet echt gekregen.
Daarvoor is meer nodig dan twee weken aan boord. Ik kan me aardig redden
hoor, daar niet van. Maar kom bij mij niet aan met bezaan en windvaan.
Daarnaast zitten knopen aan mijn jas en is Genua een plaats in Italië. Bovendien ’krijg’ je ook geen zeebenen; die moet je verdienen! En dat hebben
Marry, Arjen en inmiddels ook Chris, inmiddels wel gedaan zou ik zo zeggen… Hakuna Matata & ga; ga God’s Way… Ook ’Behouden Vaart’! En dat is bij mijn weten niet de naam van een boot.
Het is ook geen opmerking van de dominee. Het is een wens. Míjn wens. Voor
de Bouskoura maar meer nog voor haar bemanning. Een wens voor nu, voor
straks, voor later. Voor als de Bouskoura allang uit de vaart is genomen.
Want wat blijft zijn wij. Dat we nog maar lang getuige mogen zijn van
elkaar.