Noorwegen

Vakantieverslag van het jaar 2001
Bestemming: Westkust Noorwegen

Reisgezelschap:

Aan boord van de Estima: Tineke en Marco
Aan boord van de Bouskoura 2: Marry en Arjen

Donderdag 24 mei 2001:
Onze eerste vakantiedag, tevens hemelvaartsdag. We varen om 9.00 uur uit Lelystad Haven weg en gaan door de sluis. Daar ontmoeten we Marco en Tineke. We varen aan de wind richting Den Oever. Het waait zou 5 tot 6 Beaufort. Marco en Tineke lopen met hun Comfortina hoger en sneller en weten daardoor zo twee uur eerder en 10mijl minder gevaren in Den Oever aan te komen. Als wij daar aankomen met de Bouskoura is er een box voor ons gereserveerd en kunnen we zo aan tafel schuiven. Dat is natuurlijk grote klasse. ’s Avonds douchen we en borrelen we nog even na, daarna lekker onze kooi in. Morgen begint tenslotte onze zeereis.

Vrijdag 25 mei 2001:
We vertrekken om ongeveer 11.00 uur uit Den Oever en hebben geluk met de sluis, we kunnen praktisch doorvaren. Over het wad is het vrij rustig, het is helder weer en de vakantie is echt begonnen. Wanneer we de hoek om zijn bij Texel moeten we in het nauwe Molengat aardig tegen de wind en golven inbeuken. Daarna zeilen we aan de wind zo’n 320 graden, Onze juiste richting ligt op 2 graden. Noord dus. Gelukkig krimpt de wind in de loop van de dag zodat we bijna a een recht e lijn kunnen varen naar onze bestemming. SkudenessHaven in Noorwegen. De stemming zit er goed in, geen zeeziekte en weer genieten van het ritme van de zee. Het is, ik had het niet anders verwacht, heerlijk rustig op zee.

Zaterdag 26 mei 2001:
We vervolgen onze weg op zee. We hebben regelmatig marifoon contact met de Estima, die steeds zo ongeveer 10 mijl op ons voorliggen. Het ritme van wachtlopen begint nu echt vorm aan te nemen. Ook in de vroege avond en de late ochtend proberen we te slapen. Het is maar kort donker. Om ongeveer 23.30 tot ongeveer 3.30 Dan begint het ochtendgloren. De sterrenhemel is fantastisch, de hele melkweg en ander sterrenbeelden zijn haarscherp te zien. Grote beer, de poolster, het kost ons geen enkele moeite om ze te vinden. Eigenlijk is het jammer dat alleen diegene die op dat moment de wachtloopt hier van kan genieten.

Zondag 27 mei 2001:
Bij het ontwaken mist het. Arjen heeft de radar er bij aangezet en de Estima heeft zijn voorsprong opgegeven om samen net ons (met radar) informatie op te varen. In de loop van de morgen klaart het gelukkig weer op alhoewel de lucht niet meer zo helder is als voorheen. We maken er weer een geslaagde vakantiedag van. Het koken en leven aan boord van zo’n reis gaat heel goed en het ritme is ook prima.

Maandag 28 mei 2001:
We beginnen nu toch wel onze eindbestemming te naderen. De wind is toegenomen, 5 tot 6 beaufort maar helaas is er ook eens dichte mist ontstaan. Waarschijnlijk is dat landmist. Voorzichtigheidshalve steken we 2 riffen in het grootzeil en variëren we met de rolgenua het gewenste zeiloppervlak.
We varen nu langs Noorwegen, maar kunnen hiervan helemaal niets onderscheiden. Maximaal zicht is ongeveer 1 mijl. In deze omstandigheden besluiten we niet Skudenesshaven aan te lopen maar een plaatsje zo’n 7 mijl noordelijker in het fjord, Kopervik. We varen op GPS en radar. Langzaam ontvouwt zich het landschap door de mist heel voor onze ogen. Na zo.n 76 uur maken we de landvasten vast aan de Estima in Noorwegen. De Noorse gastenvlag moet nog gehesen worden. Dat doen we dan maar, nadat Marry eerst de Deense en de Engelse vlag gehesen heeft. Schijnbaar toch wat meer vermoeit als gedacht en niet goed gekeken. Uiteindelijk hangt het kleine vlaggetje in het stuurboordwant te wapperen. We bellen naar huis, dat we veilig en goed zijn aangekomen en eten daarna aan boord van de Estima.

Dinsdag 29 mei 2001:
Als we wakker worden regent het. Gelukkig schijnt na een uurtje de zon weer. Tineke heeft bij een visser voor 10 Noorse kronen (ongeveer 3 gulden) twee grote vissen gekocht. Het is een makreel en een zeewolf. Marco maakt de vis schoon. Marry kijkt toe. Ook halen we in de supermarkt nog extra zout, omdat de vis in een ton met zout gezet moet worden. We willen vertrekken naar een ankerplaats en vertrekken om 13.00 uur. Op de motor richting Haugesund waait het toch wel behoorlijk hard, toch zo’n 23-30 knopen wind. We besluiten daarom in Haugesund af te meren. We liggen met z’n tweeen langs autobanden midden in het centrum van de stad. We lopen lekker de stad in en komen langs een grote watersportzaak. Daar kopen we nog wat visgerei. In de boekhandel kopen we kaarten en postzegels. Een kaartje versturen kost zo’n vier gulden!
‘S avonds stoken we het rookoventje op en roken we stukken makreel. Omdat de zon verdwijnt en de wind guur is, eten we in de kajuit van de Estima en we blijven daarna borrelen.

Woensdag 30 mei 2001:
We vertrekken uit Haugesund. Het is opletten geblazen bij het uitvaren door veel eilandjes en rotsjes. We moeten echt navigeren met de GPS aan de hand, bij wijze van spreken. We willen ankeren in een baaitje, maar terwijl we daar op af varen, blijkt dat daar industrie gevestigd is. Geen goede optie dus. We zoeken op de kaart naar een andere plaats en kijken in een haventje. Bij het invaren denken we toch dat de haven te ondiep is, aangezien er eigenlijk ook alleen kleinere zeilboten en motorboten liggen. Op de kaart zoeken we naar een andere plek en vinden een mooi “groen” eilandje, met aanleg en ankermogelijkheden. We besluiten daar naar toe te varen. Als varende wordt het landschap erg mooi. De oh’s en ah’s zijn meer regel dan uitzondering aan boord. We varen om het eilandje heen. Het wordt steeds mooier. Na het passeren van een hoek zijn we opeens de Estima kwijt. Ik roep ze op en vraag waar ze verstopt zijn. Ze zijn nog een keer de hoek omgegaan en zijn afgemeerd in een schitterende baai. Als wij hier naar binnen varen roepen we gelijk dat dit een schitterende baai is om hier een extra dag te blijven en om te gaan duiken in het heldere groene water. ’s Avonds steken we de BBQ aan en doen de verse makreel in een marinade van ketjap, olie, sambal en enkele andere specerijen op de BBQ. Het smaakt, zoals verwacht, heerlijk. Ook maken we groentepakketjes en gepofte aardappelen. Lekker hoor!
Regelmatig komen er boten de baai binnen varen om te zien of er plek is, maar wij hebben de hele steiger in beslag genomen en dus verdwijnen ze weer. ’S Avonds maken we nog een wandeling over het eiland. Het is vooral veel klim en klauterwerk. Op het eiland zelf groeit veel mos. We zien ook veel takjes met spagtum, heel bijzonder en intrigerend om te zien. Wanneer we bij de boot terug komen is het nog steeds licht. Toch vinden we het al tijd om te gaan slapen, het is inmiddels bijna twaalf uur!

Donderdag 31 mei 2001:
We worden wakker en de zon schijnt uitbundig! Joepie!! Gauw het bed uit (het is inmiddels toch al weer 10.00 uur. Na een ontbijtje en wat geklets met Marco en Tineke zoeken we de duikspullen bij elkaar. De loodgordels en de setjes worden in elkaar gezet. Dan wordt het tijd om de duikpakken aan te trekken, altijd weer een intensief klusje. Dan volgt de buddycheck. We leggen de achterlandvast los en langs de boot als steunlijn en Arjen gaat vervolgens als eerste te water. Dat gaat goed en daarna spring ik erin. De watertemperatuur is zo’n 12 graden en het valt dus erg mee. We beginnen met de afdaling. In het begin is duidelijk te zien dat hier wel vaker mensen komen. Er ligt best veel troep op de bodem. Gelukkig is dit na een paar meter zakken beter. Doordat er veel rotsen liggen varieert de diepte en kunnen we steeds nieuwe dingen zien. Op zo’n 8 a 9 meter komen we kleine kwalletjes tegen. Fascinerend om te zien dat ze zich van ons niets aantrekken. In dieper water wordt het toch wat kouder. Op een gegeven moment is er ook niet meer zoveel te zien. We zwemmen wat rond op zo’n 10 meter diepte en zien veel grote waterplanten. Het lijkt wel iets buitenaards. De bladen zijn bruinachtig en zijn heel stijf, ze bewegen niet door de waterverplaatsing. We zien helaas niet zoveel vissen. Wel zien we een rots die met een soort witte dunne harige alg is begroeid. Deze sliertjes bewegen wel heel sierlijk in het water. Ook vind ik op de bodem een grote dubbele schelp. Ik pak hem op, bekijk hem en laat hem vervolgens weer op de bodem liggen. Daarna gaan we rustig naar boven. We kijken nog even bij de boten of de onderwaterschepen in orde zijn. Alles ziet er goed uit. Daarna zwemmen we nog even bij de pijlers van de steiger rond waar zich ook veel waterplanten en kokkels hebben afgezet. We gaan het water uit. Tineke helpt ons met het aanpakken van het lood en de zwemvliezen. Ze vertelt ons dat de luchtbellen uit onze flessen veel herrie maken. Inmiddels is Marco met zijn bijbootje in de baai aan het vissen.
Op het eiland zijn inmiddels twee mannen aangekomen die het water aansluitenen het eiland voor het seizoen in orde maken. We raken aan de praat en zitten op een gegeven moment uitgebreid op de steiger te praten over de mooie plaatsen die we moeten gaan bekijken. We hebben de kaart erbij. Hij woont in Rosendael. ’s Middags gaan Marco en Arjen vissen en Tineke en ik gaan brood bakken. We proberen ook nog wat te lezen, maar daar komt weinig van terecht. Als de mannen terug zijn steken we de BBQ weer aan en maken de laatste moot makreel op. Met gepofte aardappels, barbequeworstjes en sla wordt het een lekker maaltje. Daarna gaan we in de kuip van de Bouskoura zitten borrelen en Tineke speelt gitaar.
Om ongeveer 23.45 stopt ze ermee, omdat het dan pas te donker wordt om de muziek te lezen.

Vrijdag 1 juni 2001:
Vertrek om ongeveer 10.00 uur richting Rosendael. Als we achter het eiland vandaan komen waait het lekker, zo’n 10-15 knopen wind. We hijsen de zeilen en varen het eerste uurtje lekker door. Daarna houdt de wind het voor gezien. IJzeren Hein mag weer aan het werk. Onderweg varen we tussen bergwanden door, het weer klaart op (het regende eerder) en het water kleurt blauwgroen. Erg fraai. In de verte zien we een waterval.
We leggen aan in Rosendael maar liggen daar niet erg lekker. De wind draait en we liggen aan lager wal. We gaan toch even het dorp in en lopen de VVV binnen. We willen graag een auto huren om het binnenland te verkennen en de gletsjer te bezoeken. Er is geen auto te huur en bussen rijden er maar een keer per dag. We horen wel dat vanaf Sunndal de gletsjer op een uurtje lopen ligt. We gaan terug naar de boot en besluiten dan naar Sunndal te gaan. Alleen… we hebben hier geen waterkaart van. We horen dat het goed is aan te lopen, dat er een groot wit huis staat en er genoeg diepte is. Op de autokaart varen we het fjord in (Hadangerfjord) en meren we na een gedeeltelijke motor tocht af in Sunndal. Onderweg varen we langs een waterval die rechtstreeks vanaf de rots het fjord inloopt. Mooi om je boot hiervoor te hebben liggen. We besluiten om de volgende dag te gaan wandelen naar de gletsjer.

Za 2 juni 2001:
S' ochtens is het wisselen bewolkt en druilerig weer. We trekken de bergschoenen aan pakken de rugzak en gaan op pad. Na 10 minuten is het miezertje veranderd in echte regen en moeten we eerst even schuilen in een houten schuur. Als het minder begint te regenen gaan we verder om hoog tot dat we bij een splitsing komen. Hier besluiten we met de kaart in de hand het kaiserpad te gaan volgen. ( het kaiser pad was ook door een Noor genoemd die vrijwilligerswerk op een van de eilandjes deed. Vaak zijn die toevallige ontmoetingen vaak de leukste. Op het eilandje haalt de man het zwerfvuil op en loot de waterleiding aan. Op dat hij geen waterpomptang bij zich had en mij hier om vroeg kwamen we aan de praat.) Deze tocht is mooi maar behoorlijk pittig. In de VVV had het meisje verteld dat het maar ongeveer 1 uur lopen naar de gletsjer was en na 2 uur bedenken we dat die Noren gewoon veel sneller wandelen dan Nederlanders en dat we du gewoon nog even moeten doorlopen. We klimmen door de bossen heen over stenen die met een tapijt van mos zijn bedekt. Soms we 5 cm dik! Allerlei soorten mossen en korstmossen en niet te vergeten mooie watervallen zien we. Na 4,5 uur lopen begint Arjen te klagen dat we nu toch wel eens bij die gletsjer hadden mogen zijn en het idee van het zal wel om de hoek zijn begint minder geloofwaardig te worden. Ondertussen lopen we ook al in de natte sneeuw. Na 5 uur lopen staan we bij 2 berghutten die tussen de sneeuwrestanten van de vorige winter staan. We eten wat en besluiten weer naar beneden te gaan. Op de terugweg komen we 4 Noorse dames tegen met ski uitrusting. Even later 2 heren en 1 dame ook met een ski uitrusting. Van af de twee hutten was het nog maar een betrekkelijk kort stuk tot aan de volgende hut waar men kan overnachten. Grappig is dat men meteen weet dat wij van die 2 zeilboten zijn “Nederland” zegt de dame wat ook op onze boot als onderschrift staat. De noren stellen nog voor dat wij doorvaren naar Odda en daar wisselen van uitrusting. Wij de ski’s en zij de boten!
Om 8 uur s’avonds zijn we weer terug bij de boot waar we van onze inspannende dag kunnen uitblazen. We besluiten dat we de andere dag het ander pad moeten volgen. Ondertussen bestuderen we de kaart waar we de volgende dag heen willen varen.

Zondag 3 juni 2001:
Planning vertrek 9.30 uur. Realisatie vertrek 10.00 uur! Toch niet gek voor een vakantiedag. De zon schijnt met volle kracht de afritsbroeken zijn aan en de jassen laten we op de boot. Na 20 minuten lopen we in korte broek! We lopen langs het meer dat we in de verte hadden gezien en ook de waterval die van een meter op 700 naar 186 meter naar beneden raast. Het water van het meertje is blauwgroen en je kunt de rotsen gewoon op de bodem zien liggen. Totaal wat anders dan de groene soep in het Ijsselmeer! Door de zon is de gletsjer tong heel goed te zien en is dan ook een lust voor het oog. Na ongeveer twee uur lunchen we bij weer een waterval onder aan de gletsjer. Het is goed te merken dat het en mooi weer en pinksterzondag is. Veel toeristen krijgen een rondtoer door het gebied. Zo rustig als het zaterdag was zo druk is het nu. Om 14.30 zijn we bij de boot ruimen op en varen uit Sunndal weg. Het waait vandaag stevig door. 22 knopen gieren door het Fjord. We kunnen dus goed zeilen. De ankerplek die we bedacht hadden ligt aan lager wal. We leggen uiteindelijk in Sunde aan een kade bij autobanden aan. Er lekker liggen we niet. Als er veerboten verderop in het fjord langskomen liggen we stevig te deinen. Omdat de veerboten niet de hele nacht varen laten we de boten liggen en halen we twee fietsjes te voorschijn en fietsen nog drie kwartier rond. Erg leuk omdat je met fietsen snel veel van de omgeving kunt zien.

Maandag 4 juni 2001:
Na lekker te hebben uitgeslapen vertrekken we naar Romsa een zogenoemd “groen eilandje” omdat er geen wind is moeten we een groot gedeelte op de motor varen. Toch wel handig zo’n ijzeren zeil!
Om 13.30 lopen we het eilandje aan. Omdat het 2e pinksterdag is zijn er nog veel noren met hun motorbootjes. Na verloop van tijd vertrekken de noren die de volgende dag weer moeten werken. We verhalen de boot naar een andere steiger waar we met de punt in de wind liggen.
Marry begint aan de was en Marco en Tineke gaan vissen. De nieuw Noorse vistechniek wordt uitgeprobeerd (niks uitgooien en binnenhalen met die werphengel! Gewoon blinker 10 seconde laten zakken en daarna pompend ophalen.) Na een uur zijn 2 grote en 2 kleine vissen de winst. Marco denkt dat het regenboog en gewone forellen zijn. Arjen en Marco maken de vis schoon en stoppen ze ingezouten in de afsluitbare ton op zout water voor het avondeten van de volgende dag. s’Avonds is het goed wandelen bij het licht van de ondergaande zon. Tineke kan naar hartelust fotograferen. Marry vindt een paar mooie stukken kwarts die we zo uit de rots kunnen peuteren. Een meeuwen jong sprint voor onze voeten over de kale rotsen weg. Na een glaasje is het vervolgens goed slapen.

Dinsdag 5 juni 2001:
Als we wakker worden regent het. Nadat het wat droger wordt vertrekken we naar Mosterhamm. Als we bij het aantrekken van de wind kunnen zeilen begint het te miezeren. Ook raakt het zicht beperkt en zetten we de radar bij. Een schrijver zou het weer “stemmig” noemen. De eilanden kunnen we goed op de radar zien. Radar is prettig omdat bij het slechte miezerige/mistige weer moeilijk te zien is hoe het ene eiland zich ten opzichte van de eilanden op de achtergrond zich verhouden. Om 14.30 maken we de landvasten vast aan de kade van Mosterhamm.
Na soep gegeten te hebben op de Estima beginnen de voorbereidingen voor het eten (gebakken aardappelen met rode kool en zelfgevangen vis). Op de kade komen we een Nederlander tegen die er al 46 jaar woont. Je breekt je nek over de Nederlanders in Mosterhamm. Onze gesprekspartner weet te vertellen dat op dit eiland er al 20 wonen. In Noorwegen is het niet zo dat Nederlanders aan elkaar klitten en een Nederlandse enclave vormen. Elders in de wereld wel is dat het geval. Ieder is erg op zich zelf. Wel horen we dat de noren voor alles hun auto willen gebruiken. Het liefst parkeren ze dat ding nog in hun slaapkamer. Jammer dat ze de auto niet kunnen pakken als ze even naar de schuur moeten achter in de tuin. Bij een aluminium fabriek zien we hoe de drijvende zalmkwekerijen zijn opgebouwd. Ongehoord grote anodes moeten het staal beschermen.

Woensdag 6 juni 2001:
De bedoeling was om naar Skudeneshavn te gaan echter omdat het nog steeds regent (wanneer houd het op?) Besluiten we Haugasund aan te lopen. Marco kan zich hier niet inhouden en een Noorse trui is dan ook snel aangekocht. We doen het rustig aan, lezen een goed boek bij een warme kachel..het lijkt wel winter!

Donderdag 7 juni 2001:
Het regent nog steeds! Bouskoura heeft er zin in. Met 7 a 8 knopen spoeden we op Skudeneshavn aan. Bij aankomst worden we vergezeld door de Karmoy dolfijn (echt waar: hij wordt in Skudeneshavn Flipper genoemd) Volgens twee Nederlandse jongens is de dolfijn al 40 jaar oud!
De aanloop van Skudenes gaat langs vuurtorens, rotsen en lichtenlijnen en is bij goed zicht samen met de GPS goed te doen. Altijd is het bij een aanloop van een vreemde haven de vraag waar je goed kunt liggen. Op aanraden van een Noor verkassen we dan ook naar een houten steiger waar de waterdiepte beter zou zijn. Tussen neus en lippen door vertelt hij dat de steiger van hem is en het havengeld 60 kronen. Marco wordt hier niet vrolijker van. Voordeel van deze plek is dat er een wasmachine is en een droger.
Skudenes is een stukje authentiek Noorwegen. Bij ieder houten huisje dat ik zie moet ik aan het vele schilderwerk denken. De huizen worden dan ook aangeboden onder duidelijke vermelding van het bouwjaar. Hoe ouder hoe goedkoper. Het achterstallig onderhoud zal er hier wel ingecalculeerd worden. Gedurende de regen zien we op eens een streepje zon.

Vrijdag 8 juni 2001:
Vandaag zijn er korte perioden dat het niet regent. Tijdens onze wandeling klaart het een beetje op. Bij een apotheek kopen we uit voorzorg de muggenolie die je alleen hier in Noorwegen zou kunnen kopen. Wie weet hebben we het straks in het warmere zuiden nog nodig.
En van de grappen in het westen van Noorwegen is dan ook een toerist die aan een klein kind vraagt “zeg jongetje vertel me eens: heeft het nu hier nu al lang geregend”? Het jongetje antwoordt: “hoe kan ik dat nu weten, ik ben pas 6!!”
Om 13.30 vertrekken we op een ruimwindse koers op een pittige westenwind. In buien soms met hagel koelt het behoorlijk op.
Arjen bedenkt een spreuk: Het is niet erg als het koud is, maar regen wordt men zat!
Het is gewoon fantastisch dat we na drie dagen gewoon de zon zien. Het weer klaart vervolgens steeds meer op. Om 18.30 komen we bij Eidssund, een baai bij het eiland Ombo. (Nee niet Dombo) Het zoeken naar een geschikte ankerplek begint.
Op de Estima gooit men eerst een petje en daarna een pikhaak in het water. Beide worden gered. Hoewel de pilot verteld dat het slechte ankergrond is doen we toch 2x een poging. De bodem loopt echter te steil af en de wind staat verkeerd. Bij een kade met een benzinepomp zien we bij het achteruitvaren nog net een grote rots liggen. (Niet echt handig van die Noren om daar ook een pomp te hebben, maar ja, die Noren varen alleen maar in semi-speed bootjes.)
Uiteindelijk meren we af bij een (voormalige) bevoorradingssteiger.
Marco overwint zich met eten (ik lust geen hutspot) en weet toch nog twee borden binnen te krijgen. Het zoeken naar de rotsen met rotstekingen uit de bronstijd begint. We lopen over een bergpad waar de route met blauwe stippen op rotsen is aangegeven. Volgens de beschrijving is het 15 minuten lopen. Het pad wordt vervolgens een soort beekje. Alleen Marco heeft echt waterdichte bergschoenen. Nadat we tot 23.00 hebben doorgesopt wordt het pad zo onbegaanbaar dat we besluiten terug te gaan. Marco zegt met stelligheid dat hij een alternatieve route weet. Gelukkig zien we op de alternatieve route een ree. Deze blijft stil staan en valt bijna weg tegen de achtergrond. Ondertussen observeert het dier ons. Door het weinige licht mislukken helaas de foto’s. De ontmoeting met het dier maakt weer een hoop goed. Hoewel niet unaniem besluiten we de weg terug te gaan en komen weer op een begaanbare weg uit. Een asfaltweg leidt ons weer terug naar de boot.

Zaterdag 9 juni 2001:
Blauwe lucht met schapenwolken! We varen het Josenfjord in. Het fjord is smal, diep en heeft steile wanden. We hebben een ruimwindse koers en varen er rustig door heen. De voortgang is traag.Het is een relaxte dag. Arjen besluit dat de tijd gekomen is dat het RVS gepoetst mag gaan worden. Hier was in de eerste twee jaar ook geen tijd voor! Marry behoud koers en of snelheid en leest ondertussen een boek.
S’avonds leggen we aan een niet maar in gebruik zijnde veerbootsteiger aan in Totlandsvika. Na het avondeten weet Marco op eens weer hoe we alternatief weer terug kunnen wandelen. De meerderheid is het er over eens dat de alternatieve routes van Marco op zijn minst voortaan aan een nader onderzoek onderworpen moeten worden alvorens we dit soort alternatieve routes nogmaals willen nemen.
De dag wordt afgesloten met een adembenemende zonsondergang waar weer de nodige foto’s van worden gemaakt.

Zondag 10 juni 2001:
Stralend weer, dus weer voor klusjes. Arjen loopt de contacten van het zonnepaneel nog eens na, en vervangt de dek doorvoer van de kabels. Uiteindelijk geeft het paneel ruim 2 ampère af! Op de achtergrond horen we het ruisen van de waterval en het getsjilpt van vogels. Heerlijk om in deze omgeving te zijn. We besluiten om vandaag te blijven. Arjen en Tineke gaan vissen en vangen 8 vissen. Marco maakt pudding en Marry bakt 2 broden. S’avonds gaat de BBQ aan. De vissen smaken goed met een witte kool salade en gepofte aardappels. Het is een gezellige avond en we zitten tot 22.00 uur in de kuip. Als we om 0.30 uur naar bed gaan is het nog steeds licht. Om 3.00 uur s’ochtens is het alweer licht. (Of zou het heel niet donker zijn geworden?)

Maandag 11 juni 2001:
Licht bewolkt, later schijnt de zon vaker. Er staat een gure noordwesten wind, recht het fjord in. Omdat we eruit willen wordt het dus kruisen.We varen tot vlak bij de steile rotswand voordat we overstag gaan; natuurlijk wel even opletten aan de hoge (wind) kant van het fjord, daar moeten we dus echt wat eerder overstag. We maken een mooie tocht bij een kraakheldere lucht naar een van de eilandjes vlakbij stavanger. Het uitzicht op de vele eilandjes die in de baai liggen is adembenemend. We meren uiteindelijk af bij een steiger welk een privé steiger blijkt te zijn. De eigenaar is met zijn boot een jaar naar de Carieb dus we mogen blijven liggen. De wind is nog steeds hard maar guur zodat we maar een korte wandeling maken op het eiland Roaldsoya. Dit eiland is overigens dicht bebouwd. Waarschijnlijk een van de sub-urbs van stavanger waar het geld verdient in de olie industrie wordt geïnvesteerd in vastgoed. De huizen die er staan zijn ook schitterend. Vele direct aan het zoute water met een eigen aanlegplaat. Ik vraag me toch af hoe die Noren dat doen met het schilderen. Alle huizen zijn van hout of gedeeltelijk van hout opgetrokken en zijn wit geverfd. Met een schildersbedrijf kun je waarschijnlijk goud verdienen.
S’ avonds bestuderen we de kaarten van het Lysefjord. Om 23.30 zien we de zon niet meer maar is het nog wel licht. Hierdoor vergis je je iedere keer in de tijd.

Dinsdag 12 juni 2001:
Het is weer kraakhelder en de wind is wat afgenomen en daardoor is het minder guur. Er is genoeg wind om te zeilen. Om 11.00 zijn we onderweg naar het Lysefjord. We zigzaggen langs eilandjes. Van deze dagen krijg je nooit genoeg! Ook het lysefjord is erg mooi. Diepe spleten en steile bergwanden. Noorwegen lijkt wel wat op Zwitserland of de Franse alpen. Het verschil is alleen dat er geen dalen zijn maar in plaats daarvan is het dal ondergelopen en is het op sommige plaatsen 700 meter diep. Bijna varen we voorbij de Prekestolen. De Prekestolen is volgens de folder een uitstekend stuk rots boven een adembenemende steile afgrond loodrecht naar beneden. Volgens de folder is er nog nooit iemand naar beneden gevallen. Hekken of reling staan er dan ook niet. Tienduizenden toeristen komen met busladingen gelijk om hier naar te komen kijken. Misschien hebben we al te veel gezien want als er niet een rondvaart boot onder de rotswand aan bakboord zo langzaam aan het varen was geweest waren we er zo voorbij gevaren. Rotsen heb ik verder naar buiten zien uitsteken. Bergwanden heb ik ook steiler gezien. Als we nog wat langer kijken kunnen we de Prekestolen herkennen. Op de kaart lijkt het net of de locatie verderop zou zijn gelegen. Wel staat er een stipje welke aardig overeenkomt met onze GPS positie dus het is de Prekestole toch echt. O.k. dit punt is een must see in onze reis. Na alle foto’s die we er van gezien hebben valt de afmeting wat tegen maar het is inderdaad erg mooi en is het een hele bijzondere vorm inde natuur. Hier blijkt maar weer dat je Noorwegen gewoon moet ervaren en dat drie reisgidsen leuk zijn, maar absoluut geen garantie geven dat je op de mooiste plekjes komt. De reisgidsen worden geschreven voor de massa die op vier wielen rijdt. Het gezichtspunt vanuit een boot is toch weer heel wat anders!
Een eindje verder komen we langs een waterval die in geen enkel boekje beschreven is. Noorwegen is zo groot dat dit soort zaken die moeilijk bereikbaar zijn misschien daarom als niet interessant beschreven worden. Bij deze waterval valt het water echt uit de lucht. Omdat de zon uitbundig schijnt is het net of we in een reclame commercial van FA zijn beland.
Op zoek naar een aanlegplaats komen we terecht in Songesand. We liggen daar aan een kade vlak bij de veerboot. Er is hier maar weinig volk. Af en toe landt er een helikopter om mensen en materieel af te leveren of op te halen. Bij de veerpont vraagt Arjen aan een van de opvarenden naar de kortste route naar de Prekestolen. Dit is ongeveer hetzelfde als in Kaatsheuvel naar de Efteling vragen. De mensen die er wonen zijn er nog nooit geweest. Wel staat dezelfde jongen even later voor me terwijl ik net met het uit elkaar halen van de lier ben begonnen. ( Zit een piepje in). Of wij nog sterke drank (te koop) hadden. Het liefste Cognac. Ik vind dat je aan dat soort zaken in een vreemd land absoluut niet aan moet beginnen en stuur de man dan ook weer vriendelijk weg. De drank is in Noorwegen verschrikkelijk duur. Alleen bier kun je bij de Supermarkt kopen. Dit schijnt voor de conservatieve partij in Noorwegen nog steeds een van de verkiezings speerpunten te zijn. Wijn is alleen bij staatswinkels voor rond de 30 gulden per fles te koop. Voor dat geld heb je dan overigens ook best een goede wijn, alleen niet in verhouding natuurlijk. In het boek van Eerde Beulakker over Noorwegen geeft hij dan ook het advies nooit in het weekend in een grote haven te gaan liggen. Veel Noren zuipen zich werkelijk klem. Buiten moet er natuurlijk geknokt worden. Straalbezopen komen ze dan weer op hun boot.(Geen alcohol controle). Varen zouden ze al niet kunnen en staalbezopen zou het levensgevaarlijk zijn. Ook drugs zijn een groot probleem. Toen Arjen naar Marry een opmerking maakte dat dat blauwe licht bij de toiletten in de haven buitengewoon vervelend was, keek ze hem aan met een blik dat ik toch nog wel ver achterloop. In alle grotere steden in Nederland is dat namelijk ook zo. Junks kunnen met dat blauwe licht namelijk de aderen niet vinden! Zo leer je nog eens wat in Noorwegen.
S’ avonds hebben we honger. De klaargemaakte rijstafel moet er aan geloven. De 2 pakken rijst gaan echt op. Als men op de Estima uit de voorraad nog slagroom weet te vinden is de maaltijd met een fruitcocktail met zelfgeklopte slagroom compleet. De Prekestolen zijn per voet hier niet vandaan te bereiken.

Woensdag 13 juni 2001:
Vertrek om 9.30 uur. We willen aanlegen in Stohlaham echter daar blijkt geen goede aanlegplaats. We varen door naar Hamm en leggen daar aan. Hier eten we wat en trekken vervolgens onze wandelschoenen aan en vertrekken richting Prekestolen. Nu heeft Arjen een alternatieve route bedacht die direct de goedkeuring krijgt van Marco. Tineke en Marry roepen na verloop van tijd tijdens het klauteren dat ze voorlopig geen alternatieve routes meer willen. Ook niet als Arjen dit keer de route bedacht heeft. Na een half uur over rollende stenen klimmen moeten we vervolgens langs een doorgaande weg lopen en door een tunnel van 800 meter! Op een zeker moment zegt Arjen nog maximaal een half uur door te willen lopen wanneer we dan geen afsplitsing naar het bergpad zien terug te willen gaan. Na zo’n 10 minuten zien we een bordje van de Stavangerse wandelvereniging met een aanwijzing voor de Prekestolehytta. Dit pad volgen we direct en leidt ons over kaal geschuurde rotsen en met rode merktekens aangegeven pad. Op een zeker moment wordt de omgeving rotsachtig en wordt het weer klauteren en klimmen. Heel erg leuk. Volgens Tineke lijkt de omgeving op een afbeelding van de LP van U2 the Joshua Tree. Arjen vindt het een prachtig decor voor een goede science fiction film. Na zo’n drie uur komen we bij een hutje aan. Het blijkt de Ulvaskoghytta te zijn! Vanaf hier is het nog maar drie uur klauteren naar de Prekestolehytta en daarna nog maar 2 uur naar de Prekestole. Normale mensen worden met een bus afgezet in de buurt van de Prekestolehytta. Twee uur lopen is natuurlijk een ongehoord grote inspanning voor een sportieve toerist. We besluiten omdat we ook nog terug moeten dit een ondoenlijke zaak is voor 1 dag. Zelfs in Noorwegen zouden we dan in het donker moeten lopen en dat is over deze paden gewoon levensgevaarlijk. In de hytta kan men overnachten. In verband met het feit dat het meer dan 50 jaar geleden is dat de laatste onderduikers tijdens de oorlog hier verbleven is de Hytta weer helemaal in goede staat gebracht. In Hytta kun je op een stoof wat klaar maken, er hangt een bijl en er licht een matras in. Ook zijn er twee reisboeken waarin je je reisverhaal kunt noteren. Jawel hoor! Natuurlijk is er vorige maand nog iemand uit Nederland hier geweest! De terug tocht over hetzelfde pad verveelt geen moment omdat je de omgeving dan weer in tegengestelt perspectief ziet. Smaken verschillen maar Arjen denkt dat dit het mooiste deel is tot nu toe. Om 19.30 zijn we weer terug op de boot. Voor dat we het weten heeft Tineke opeens al weer een macaronimaaltijd klaar die we alleen nog maar hoeven op te eten. Dit is toch wel luxe.

Donderdag 14 juni 2001:
Vanuit het Lysefjord varen we naar Stavanger. Onderweg hebben we weer een buitje. Dat hadden we niet meer meegemaakt. Het aanleggen met de Bouskoura is nog nooit zo makkelijk geweest. Ik roep gewoon over de marifoon de Estima op ( die ligt altijd een eind voor en dus ook als eerste in de haven) met de vraag aan welke kant ik de stootwillen moet ophangen. Dat scheelt direct al veel werk. In de haven worden dan ook nog eens de lijntjes voor je aangepakt!
Tineke doet ondertussen navraag naar een zeilmaker. Op de Estima zitten bij het grootzeil op twee plekken de stiksels los. In Stavanger zelf hebben de zeilmakers geen tijd. Gelukkig wel op Roaldsoya het eiland waar we al eerder deze week lagen. Marco en Tineke varen hier dan ook direct naar toe. Arjen en Marry bakken ondertussen brood. Na het zeil te hebben afgegeven komen Marco en Tineke weer terug. De volgende dag kunnen ze het zeil weer ophalen. De winkels zijn overigens deze dag tot middernacht open! Het schijnt een soort van feest in Stavanger te zijn. Iedereen loopt met het mooie weer op straat. De haven welke midden in het centrum van Stavanger is ligt dan ook zeer mooi. Heel de stad komt hier naar het centrum om met uitzicht op de bootjes lekker op het terras te zitten met een pilsje in de hand.
Bij het winkelen wordt er gekeken naar de echte Noorse truien. We vinden ze of niet mooi of te duur. (ruim 500 piek) Wel scoren we vier mooie foto albums. In de bibliotheek kun je internetten. We proberen meteen ons hotmail adres uit en bezoeken de zeilen site om de weerkaarten te bestuderen. Deze zien er fabelachtig uit. We maken op basis van de meerdaagse weerkaarten ons eigen weerbericht en stemmen daar onze zeilplanning op af! Als het een beetje mee zit en het hoge drukgebied van de Azoren op schuift hebben we zelfs mooi weer als we weer in Nederland aankomen! In een telefooncel bellen we met het thuisfront en gaan vervolgens eten op de Estima. De rookoven werkt perfect en de forel die Tineke gisteren gevangen heeft smaakt ook heerlijk uit de rookoven! Ondertussen is door het zonnige weer de bevolking van Stavanger massaal op de terrassen neer gestreken. Met de verrekijker kunnen we de Stavangerse cheerleader grils bekijken die met een een of andere act bezig zijn. Arjen vindt het allemaal maar tegen vallen. Marco bromt wat. Tineke en Marry wisselen een blik van verstandhouding. Met het optreden van de bands en de dansgroepen is het hier een gezellig drukte.

Vrijdag 15 juni 2001:
We relaxen ’s morgens wat in onze kuip. Heerlijk uit de wind en in de zon! Na het middaguur vertrekken we naar Tanager. Het eerste stuk ligt in de wind en dus mogen we weer kruisen. Dit gaat lekker. Marco en Tineke zijn intussen naar de zeilmaker en hebben daar hun gerepareerde zeil betaald met een flesje rode en een flesje witte wijn. Voor toeristen zijn reparaties gratis vertelde de zeilmaker, die enige jaren inde Carieb had rondgevaren.
Bij aankomst in Tananger willen we diesel tanken en leggen aan bij een kade met pomp. De pomp ziet er verwaarloosd uit en we zien geen mens rondlopen. Arjen gaat op onderzoek uit en loopt de keuken van een hotel in. Hij kan de kok duidelijk maken dat we willen tanken. De kok spreekt 2 woorden engels maar begrijpt hemen roept er twee andere mannen bij. Voor het hotel is een steigertje met nieuwe dieselpomp! Er worden speciaal voor ons 2 visserbootjes verhaald zodat wij aan de steiger kunnen liggen en gebruik kunnen maken van hun gloednieuwe pomp van slecht 1 week oud. De menden zijn erg behulpzaam en vriendelijk en we mogen ook die nacht aan de steiger blijven liggen. We vragen nog een rekening van de diesel. Ze vragen ons waarom we dat willen en we leggen uit dat de rode diesel in Nederland niet gebruikt mag worden in boten, tenzij je een bon kan overleggen waaruit blijkt dat de rode diesel in het buitenland is getankt. Wij leren vervolgens wel van hen dat de rode diesel in Noorwegen groen gekleurd wordt! We fietsen in de omgeving nog een rondje en eten daarna. Marco en Tineke fietsen ook nog en passen of het compassvouwfietsje bij hun in de bakskist past. Het gaat net aan.
Morgen.. gaan we naar Egersund.

Zaterdag 16 juni 2001:
We vertrekken om ongeveer 11:00 uur. Er staat weinig wind. Eerst kunnen we nog aan de wind varen. We komen een supersnel zeiljacht tegen. Heel lang en een brede open, lage spiegel. Bloedsnel! Alleen op de fok lopen ze al heel erg hard. De wind draait, maar is niet heel sterk. Na een uur motorvaren zijn we het zat en proberen de spinaker uit. Helaas blijft deze niet mooi vol staan. Toch ligt onze snelheid iets hoger. We komen na een rustige tocht rond 21:00 uur in Egersund aan. Na een wandeling en een drankje aan boord van de Estima met garnalen kruipen we om 23:00 uur ons bed in. Morgen begint (helaas) onze reis naar Terschelling.

Zondag 17 juni 2001:
Helaas regent het als we opstaan. Maar om ongeveer 10:00 uur is het weer droog. Voor vertrek hebben we de bomen al klaargemaakt zodat we op zee alleen maar aan de touwtjes hoeven te trekken. We vertrekken om 9:30 uur. Er is helaas, bijna geen wind. Na drie uur motor varen (Marco begint zich al zorgen te maken over zijn dieselvoorraad), hijsen we de zeilen (genua en bezaan) en bomen gelijk uit. Welopen ongeveer 3,5 knoop. Wel OK! Na verloop van tijd komt de wind wat meer op halve wind en hijsen we ook het grootzeil. De wind neemt toe en we lopen steeds harder. Inmiddels zijn we al begonnen om wat uurtjes slaap te pakken.
’s Avonds bakken we als avondeten pannenkoeken. Smaakt goed. De eerste nacht is het goed zeilen. De wind is ongeveer 18 knopen en we lopen erg goed. De boom is inmiddels ingeklapt en de genua een stukje ingerold. De wind is namelijk toegenomen en daarmee ook de golven. De stuurautomaat houdt de koers goed aan alhoewel ze er aardig aan moet trekken. De eerste nacht wordt het niet donker. Als Marry om 23.30uur de wacht overneemt en om 3:00 uur weer aan Arjen overlaat is de zon niet onder geweest. Steeds stond er een mooie streep licht in het noordoosten. Eerder op de dag hebben Marco en Tineke zo’n kwartier lang dolfijnen bij hun boot gehad. Mazzelaars. Helaas is Tineke wel zeeziek geworden van de toenemende deining.

Maandag 18 juni 2001:
De wind is nog steeds constant uit het noordwesten en we lopen van tijd tot tijd erg hard. Regelmatig zitten we boven de 7 knopen. We hebben regelmatig contact met de Estima en na een dag gaat het met Tineke gelukkig iets beter. De Estima ligt zo ongeveer 5-10 mijn op ons voor. De nacht van maandag op dinsdag is het al een stuk donkerder. In de avond wordt de zee iets rustiger en s’ochtends staan de zeilen op de deining te slaan.

Dinsdag 19 juni 2001:
Door zelf te sturen houden we de zeilen iets voller. Gelukkig neemt de wind weer iets toe zodat we weer druk in de zeilen hebben en dus snelheid hebben. In de ochtend lopen we langs de uiterton bij Vlieland en hebben we helaas stroom tegen om het wad. We varen richting Terschelling. Op de droogvallende platen komen de zeehonden om lekker in het zonnetje te gaan liggen. Leuk hoor. Om 14:00 uur leggen we in Terschelling aan na een geslaagde overtocht. Het blijkt Oerol te zijn op Terschelling, met optredens van artiesten over het hele eiland. Op weg naar Terschelling zagen we inderdaad al bouwwerken op het strand staan. We lopen ’s middags door West Terschelling, doen een paar boodschapjes eten een ijsje (de eerste sinds 4 weken). ’s Avonds gaan we eten bij restaurant de Brandaris. Daarna gaan we vroeg naar bed. Even wat slaap inhalen.

Woensdag 20 juni 2001:
S’ morgens moeten we er al vroeg uit. Een platbodem, welke eigenlijk in het verkeerde vak lag, wil er om 7.00 uit. Altijd lastig in en haven waar je 5 rijen dik ligt. Eigenlijk is het te zot voor woorden dat je bijna fl.40,-- moet betalen zonder dat je er de luxe van een eigen box hebt. Ik zie het dan ook maar als een verkapte belasting die in de gemeentekas van Terschelling vloeit. Aan het einde van de morgen pakken we de bus naar paal 8. Dit is aan de Noordkant van het eiland. We lopen over het strand naar het westen en ronden op deze manier te voet het eiland. Tijd om naar de bands te kijken is er niet meer want de Estima wil met het tij mee richting Kornwerd. De Bouskoura blijft nog een nachtje over. Die avond borrelen we Census.

Donderdag 21 juni 2001:
We zijn het zeegat weer uit richting open zee! We hebben besloten dat het leuk is om nog een dagje naar Texel te gaan. Omdat we alles willen zeilen moet er veel gelierd worden want we moeten tegen de wind in. Bijna redden we het om alles met stroom mee te doen. Bij het naar binnen varen gaan we dan ook harder dan 10 mijl over de grond. S’avonds hebben we even tijd om wat te lezen.

Vrijdag 22 juni 2001:
Om dat er nog wat kans op buien is laten we de fietsjes in de boot en wandelen we wat rond.
De voorbereidingen voor de ronde van Texel zijn in volle gang. Als we dan ook om 16.00 uur de haven uit willen varen moeten we eerst wachten tot het startschot van een oefenmatch is gegeven. Een helikopter begeleidt de boel.
Alles zit die middag mee zodat we al snel bij den Oever door de sluis kunnen en weer op zoet water zijn!
Even na 22.00 uur zijn we in de haven van Enkhuizen en plonst ons anker in het water!

Zaterdag 23 juni 2001:
We hoeven geen haast te hebben en kijken naar alle vertrekkende boten in de haven. Op anker lig je daar eerste klas! Het verbaast ons dat er zo veel huurboten zijn (bavaria 34) die vertrekken inclusief schipper.
Als we vertrekken en de bocht om gaan richting de sluis kunnen we meteen mee schutten. Zoiets maak je niet veel mee.

Om 16.00 komen we in de haven aan. De steiger is behoorlijk leeg. Veel van onze buren zijn op vakantie. Voor ons is dit het einde! We kunnen terugkijken op een geslaagde vakantie!